De mandril (Mandrillus sphinx) is een aap uit de familie Cercopithecidae die voorkomt in Centraal-Afrika. Ze komen met name voor in de tropische regenwouden van Equatoriaal-Guinea, Zuid-Kameroen, Gabon en Congo-Brazzaville.
De mandril is buiten de mensapen de grootste aap ter wereld. Hij heeft enorme hoektanden ter grootte van de duim van een mens en leeft gewoonlijk in een groep of harem, geleid door een dominant mannetje. Dit mannetje dat aan het hoofd staat is het meest kleurrijke lid van zijn troep, die voornamelijk uit vrouwtjes bestaat. Hij heeft een kenmerkende blauwe, paarse en rode tekening, een feloranje kin, snorharen aan de zijkant en een blauw tot lichtpaars achterste. Ondanks zijn woeste verschijning, is de mandril toch een schuw dier.
Binnen iedere troep zijn verschillende harems, ieder met één mannetje. Een dominant mannetje voegt zich bij een harem voor alleen de paartijd of als permanent lid. Andere mannetjes kunnen zich erbij voegen, maar zijn dan lager in rang, terwijl sommige grotendeels solitair leven. De groepsgrootte varieert van kleine harems van vijftien tot dertig dieren tot grotere troepen van driehonderd dieren.
Overdag brengen mandrils het grootste deel van hun tijd door met voedsel zoeken op de grond. In het wild zijn er nog maar ongeveer 3000 over.